Hongaarse taal

Rondom het Balatonmeer kunt u zich gelukkig met Duits en Engels verstaanbaar maken, want het Hongaars is een moeilijke taal. Het is totaal niet verwant aan dat van de buurlanden. Er zijn overeenkomsten met het Fins en deze dateren waarschijnlijk uit tijden van voor de grote Volksverhuizing. Het Hongaars wordt dan ook een Finoegrische taal genoemd. De klemtoon ligt op de eerste lettergreep en de woordvolgorde is niet vast. Wat het belangrijkste is wordt vooraan in de zin vermeld. Er wordt veel gewerkt met achtervoegsels en vervoegingen die aan elkaar geschreven worden. Bij voorbeeld: ik ga naar ons huis: házunkhoz megyek, oftewel: huisonsnaar gaik.
Goedendag = Jó napot! (joo na-pot)
Doei = Viszlát! (wieslaat)
Tot ziens = Viszontlátásra! (wiesont-laa-taasj-ra)
Goedenavond = Jó estét! (joo esj-teet)
Bedankt = Köszönöm! (kus-su-num)
Proost = Egészségedre! (e-gees-sjee-gedre)